Het Chamadron

Wat is het Chamadron?

De naam Chamadron is afgeleid van het woord Chamade. Dit is een orgelregister van horizontaal geplaatste trompetten. Een dergelijk register komt oorspronkelijk voor op Spaans-Portugese orgels. In het geval van het Chamadron betreft het een reeks van vijftig trompetten, die horizontaal in de toren van de Nederlands-Hervormde kerk van Havelte zijn opgesteld en d.m.v. een klavier kunnen worden bespeeld. Zowel het instrument zelf als de naam Chamadron zijn creaties van klavenier Cees Roubos. Hij liet het instrument op eigen kosten in 1988 bouwen. In de loop der jaren is er nogal het een en ander aan het Chamadron veranderd om de klanken optimaal ten gehore te kunnen brengen. Zo moest het instrument 180 graden worden gedraaid en de vijftig trompetten moesten uitschuifbaar worden gemaakt om door de galmgaten van de kerktoren te kunnen steken. In 1996 werd in de werkplaats van orgelbouwer De Wit de laatste hand aan het Chamadron gelegd en kon het worden teruggeplaatst in de kerktoren.

Cees Roubos betaalde de bouwkosten, ruim € 34000,–, uit eigen zak. Ook alle onderhoudskosten en dergelijke zijn voor zijn rekening. In feite is Cees de belangrijkste donateur van de Stichting: alle tekorten zijn voor zijn rekening. Jaarlijks steekt hij zo’n slordige € 1400,– in het instrument.

Wie is Cees Roubos?

Cees Roubos werd op 2 december 1955 in Leiden geboren. Hij studeerde hoofdvak orgel aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Johann Th. Lemckert. Orgelconcerten in Rotterdam, Den Haag, Emden en het Duits-Nederlandse grensgebied werden door hem verzorgd. In 1986 slaagde hij in Enschede voor het staatsexamen piano. Thans is hij werkzaam als piano- en orgeldocent aan de “Musikschule Niedergrafschaft” te Uelsen (BRD).

Hoe werkt het Chamadron?

Het Chamadron heeft vijftig roodkoperen pijpen. De grootste pijp is 230 cm en de kleinste 10 cm. Deze pijpen met hun windlades staan op rails, zodat ze door de galmgaten van de toren kunnen worden geschoven. Een elektrische windmachine zorgt voor een winddruk van 200 mm waterkolom (ter vergelijking: een kerkorgel heeft ongeveer 80 mm). De windlades zijn elektro-pneumatisch verbonden met de klavieren. De stemming is a’= 440 Hz en gelijkzwevend. Het manuaal heeft een omvang van groot-C tot g”’, waarvan de bovenste zeven toetsen repeteren, d.w.z. vanaf c#”’ spreekt het onderliggende octaaf. Het pedaal omvat 31 toetsen, te weten van B-contra tot f’. De B-contra is zeer uitzonderlijk, daar een traditioneel orgelpedaal net als het manuaal bij C begint.

De Wit orgelbouw

Reacties zijn gesloten.